Burgerraad voor het klimat

Een nieuwe reeks over de deel- en samenwerkingseconomie

Op zaterdag 15 februari 2025 is de derde cyclus van de Burgerraad voor het klimaat, georganiseerd door de Brusselse regering, officieel van start gegaan. Dit jaar staat één centrale vraag centraal: Welke plaats willen we geven aan delen en samenwerking in onze consumptie- en productiepatronen in Brussel tegen 2050?

(c) Bryapro

Een opening om de voorwaarden van het debat te definiëren

Met de start werden de leden van de Raad meteen uitgenodigd om in kleine groepen dieper in te gaan op het onderwerp. Het doel? Gezamenlijk de kernbegrippen van het debat definiëren: consumptie, delen, samenwerking. Deze oefening bood ook de gelegenheid om de eerste percepties van de oorzaken en gevolgen van klimaatverandering te verkennen, een thema dat aan de basis ligt van de komende debatten.

De officiële lancering van deze nieuwe sessie werd gemarkeerd door de aanwezigheid van Alain Maron, minister (in lopende zaken) van Klimaattransitie, Leefmilieu, Gezondheid en Participatieve Democratie, en van Barbara De Wulf, algemeen directrice van Leefmilieu Brussel.

In zijn toespraak benadrukte Alain Maron het belang van burgerparticipatie voor het welslagen van de ecologische transitie: “Jullie zijn pioniers van de participatieve democratie. Zo’n initiatief is uniek en wordt vanuit het buitenland gevolgd als een democratische innovatie. De klimaatuitdagingen vereisen een collectief antwoord: overheden, bedrijven, verenigingen en burgers moeten samenwerken aan een rechtvaardige transitie.” Barbara De Wulf benadrukte op haar beurt de groeiende diversiteit van de burgers die zich bij deze Vergadering engageren en wees op de belangrijke rol van Leefmilieu Brussel in de begeleiding van het proces: “Wees gerust: wij zullen alle nodige inspanningen leveren om de continuïteit en het succes van deze participatieve aanpak te garanderen.”

Naar nieuwe consumptie- en productiemodellen

Tijdens deze eerste dag stond het delen en gezamenlijk gebruik van middelen centraal. Er werden verschillende concrete voorbeelden aangehaald: energiegemeenschappen – buren aanmoedigen om hernieuwbare energie gezamenlijk op te wekken en te delen, gedeelde mobiliteit – het gezamenlijk gebruik van voertuigen stimuleren om de ecologische voetafdruk te verkleinen, of de hergebruikseconomie – herstelling en tweedehands aanmoedigen om de levensduur van producten te verlengen.