“Een geweldige leerschool voor het leven en een les in luisteren”
Jaak woont al 26 jaar in Brussel. Hij is afkomstig van Limburg, maar deed het omgekeerde van wat velen doen. Hij verliet het platteland om in de stad te gaan wonen en “beleefde deze multiculturele en culturele stad met volle teugen”. Op zijn 74e beschrijft Jaak zichzelf als een zogenaamde semi-pensioengerechtigde: hij werkt twee uur per dag voor zijn evenementenbedrijf dat hij oprichtte toen hij in de hoofdstad aankwam. Sinds 6 jaar woont hij alleen in een flatgebouw in Elsene, nadat hij eerder in Sint-Gillis en dicht bij de Koninklijke Galerijen woonde.
De eerste grote verandering die hij doorvoerde, was 12 jaar geleden zijn auto opgeven. “Het leven is geweldig in een stad als je zonder auto kunt leven!”, zegt hij enthousiast en uit daarbij een beetje ‘wroeging’ over zijn vroegere levensstijl. Ook op het vlak van eten is Jaak behoorlijk veranderd. De aanleiding? Corona. Voor de pandemie ging Jaak elke dag op restaurant. Nu kookt hij, het liefst vers. Hij eet minder vlees, eet elke dag fruit en groenten, drinkt geen alcohol meer, koopt biologische producten … Hij betreurt de overvloed aan afhaalrestaurants in zijn wijk, “vreselijk eten voor de kinderen, een ramp voor de afvalproductie”.
Jaak staat positief tegenover de aanpak. Hij is geïnteresseerd in de politiek, was al op de hoogte van het bestaan van de Burgerraad voor het klimaat en is ook nieuwsgierig om te zien in hoeverre “de overleg- en participatieve democratie de politiek (en het beleid) kan veranderen” en is er sceptischer over “of er echt rekening zal worden gehouden met de resultaten”. Maar iedereen kan veranderen. Hij is het levende bewijs.